Kantoor- en fabriekscomplex Bull Nederland

Cultuurhistorisch onderzoek, Amsterdam
20 November 2023

Crimson Historians & Urbanists is door gemeente Amsterdam (Ruimte en Duurzaamheid) gevraagd een cultuurhistorisch onderzoek te doen naar het voormalige kantoor- en fabriekscomplex van computerfabrikant Bull in de Schinkelhaven.

Aanleiding voor dit onderzoek is een voorgenomen transformatie van het gebied Schinkelhaven waarin het complex is gesitueerd, als onderdeel van de grootschaligere gebiedsontwikkeling van het Schinkelkwartier. Crimson Historians and Urbanists is ter voorbereiding op voorgenomen plannen gevraagd om uitvoeriger onderzoek te doen naar de stedenbouwkundige en cultuurhistorische context waarbinnen het kantoorcomplex tot stand kwam en de ruimtelijke essenties en waarde van de architectuur te omschrijven. De resultaten van deze waardenstelling vormen de inhoudelijke onderlegger voor de verdere planontwikkeling.

Het onderzoek kent de volgende opzet:

Stedenbouwkundige context
In het eerste deel van de rapportage is door middel van een kaartenreeks ingezoomd op het stedelijke ontwikkelingsproces van de locatie van Bull Nederland in relatie tot de directe omgeving, leidend tot de huidige ruimtelijke configuratie van het complex in het plangebied.

Cultuurhistorische analyse
In het tweede deel volgt een cultuurhistorische analyse over de totstandkoming van het complex op deze locatie. Er wordt onder meer ingegaan op Bull als de opdrachtgever van het bouwwerk.

Architectuurhistorische analyse
Het derde deel van het onderzoek bestaat uit een architectuurhistorische analyse van het gebouw, inclusief de latere uitbreiding. Centraal in dit onderdeel staat het ontwerp en de ontwikkeling van het gebouw (massa, gevels en ruimtelijke indeling) gerelateerd aan het oorspronkelijk gebruik/functie van de computerfabrikant.

Bouwkundige wijzigingen
Aansluitend wordt de bouwgeschiedenis van het complex op hoofdlijnen beschreven en is beknopt in kaart gebracht welke bouwkundige wijzigingen (op het niveau van gebouwdelen) zich hebben voorgedaan in, om en aan de verschillende bouwdelen en wat het effect hiervan is geweest op het complex als geheel.

Waardering
Ten slotte mondt het onderzoek uit in de waardering van het object. Basis voor de waardering vormen de Richtlijnen voor Bouwhistorisch Onderzoek (2009) opgesteld door de Rijksdienst voor Cultuurhistorisch Erfgoed.



menu